Wie woont er in een gezinshuis?
In het artikel “wat is een gezinshuis?” heb ik beschreven dat kinderen die onder jeugdzorg vallen binnen een gezinshuis kunnen wonen. Het gezinshuis als geheel bestaat uiteraard uit een bredere basis.
Deze basis kunnen we in het kort als volgt samenvatten:
- Twee Gezinshuisouders (soms één Gezinshuisouder).
- Gezinshuiskind(eren).
- Eigen kind(eren) van de Gezinshuisouders.
- Eventueel opgenomen pleegzorg kinderen.
De Gezinshuisouder(s)
De gezinshuisouder is een professional binnen de jeugdzorg die de vaste basis vormt voor het bestaan van een gezinshuis. Een gezinshuisouder heeft de kennis, ervaring en deskundigheid om zichzelf als middel in te zetten bij de opvoeding van jeugdzorg kinderen. Een gezinshuisouder beschikt over bewezen vaardigheden die helpen bij het dagelijks werk als opvoeder, begeleider en mentor van kinderen. Gezinshuisouders beschikken minimaal over MBO niveau in een relevante richting aldus de rijksoverheid. Een gezinshuisouder beschikt meestal over een relevante HBO opleiding in combinatie met relevante ervaring. Tegenwoordig wordt door steeds meer gemeentes van gezinshuisouders verwacht dat deze ook SKJ geregistreerd zijn. Om gezinshuisouder te worden kan ook de HBO opleiding tot gezinshuisouder gevolgd worden aan bijvoorbeeld de CHE. De meeste gezinshuizen zijn opgezet door ondernemende gezinshuisouders als sociale onderneming zodat zij alle beslissingen voor en rondom het gezinshuis en de gezinshuiskinderen zelfstandig kunnen nemen en uitvoeren.
Wat is een gezinshuiskind?
Een gezinshuiskind is een kind dat onder jeugdzorg toezicht valt en een beschikking heeft voor wonen in een gezinshuis. Wanneer een gezinshuiskind om welke reden dan ook niet thuis kan wonen en de beschikking voor een gezinshuis krijgt dan kan het in een gezinshuis wonen. Een gezinshuiskind woont 24 uur per dag, 7 dagen per week en 365 dagen per jaar binnen het gezinshuis. Daarmee is het gezinshuis het thuis voor het jeugdzorg kind. Het gezinshuiskind doet mee met alle normale dagelijkse activiteiten van het gezinshuis. Gemeenschappelijke kenmerkende factor van gezinshuiskinderen is dat er vaak sprake is van externaliserend gedrag en meestal combinaties van verschillende soorten problematiek en/of storingen.
Eigen kinderen van de Gezinshuisouder(s)
Heeft dit verdere uitleg nodig? Natuurlijk hebben veel gezinshuisouders eigen kinderen. Het vak van gezinshuisouder is een ervaringsvak waardoor veel gezinshuisouders hier voor kiezen wanneer ze zelf opgroeiende kinderen hebben. Uiteraard zijn er ook veel gezinshuisouders van wie de eigen kinderen reeds uitwonend zijn vanwege leeftijd of studie. Het komt vaak voor dat gezinshuisouders kiezen om zichzelf in te zetten voor een gezinshuis tegen de tijd dat de eigen kinderen het huis hebben verlaten of bijna gaan verlaten. Zo kunnen de gezinshuisouders ook andere dan de eigen kinderen de kans geven te genieten van een onbezorgde jeugd.
Opgenomen pleegkinderen binnen een gezinshuis
Veel gezinshuizen zijn opgestart nadat de gezinshuisouders eerst ervaring opdeden met pleegzorg. Pleegzorg en dus ook een pleegkind is iets anders dan een gezinshuis of een gezinshuiskind. Pleegkinderen kunnen zich doorgaans goed voegen in een normaal gezin met werkende ouders en vertonen minder problematiek. Daarom kan een pleegzorg kind niet automatisch een gezinshuiskind worden maar kunnen gezinshuisouders er wel voor kiezen om hun pleegzorgkind ook binnen het gezinshuis in hun eigen gezin te laten blijven wonen.